Het manifest werd onlangs in de Beninse stad Cotonou ondertekend door maatschappelijke organisaties uit de vier landen en aangeboden aan partnerorganisatie Woord en Daad. Gezamenlijk voeren de organisaties het meerjarenprogramma ‘Benkadi’ (in de lokale Bambara-taal ‘samenwerken aan een gemeenschappelijk doel’) uit. Onder de vlag van Benkadi – een zogeheten strategisch partnerschap met het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken – werken de organisaties met overheden in de regio aan wetgeving en beleid om de effecten van klimaatverandering te mitigeren en adaptatie mogelijk te maken.
Die effecten zijn onmiskenbaar aanwezig. “In februari dit jaar werd de kustregio in het zuiden van West-Afrika getroffen door ongekende temperaturen van rond de 50°C. Aangenomen wordt dat deze hitte honderden doden heeft veroorzaakt,” vertelt Florentine Bambara, landenvertegenwoordiger bij Woord en Daad. Diezelfde kustgebieden worden bedreigd door kusterosie, die zich voltrekt met een snelheid van tot maar liefst 10 meter per jaar. Dit bedreigt het bestaan en de inkomens van miljoenen Ivorianen en Beniners. Verder landinwaarts leiden ontbossing, droogte en overstromingen tot bodemdegradatie en misoogsten.
Klimaatverandering raakt kwetsbare landen
Klimaatverandering raakt de meest kwetsbare landen ter wereld relatief hard, terwijl zij er het minst aan bijdragen. Bovendien kost klimaatadaptatie, zoals kustversterking, herbebossing en verduurzaming van teeltmethodes, veel geld – geld dat momenteel ook nodig is voor het garanderen van de veiligheid in de onrustige en instabiele regio. De roep om solidariteit en klimaatrechtvaardigheid is dan ook niet onredelijk, zo stellen de partnerorganisaties. “Het manifest is een duidelijk signaal van het maatschappelijk middenveld voor de politiek in Den Haag en Brussel: er moet een schepje bovenop”, aldus Kees Knulst, politiek adviseur bij Woord en Daad.
Manifest
Concreet pleiten de ondertekenaars voor coherent beleid, voldoende klimaatfinanciering en gelijkwaardige samenwerking. De gevraagde beleidscoherentie houdt in dat Nederland, ook in het verband van de Europese Unie, stappen dient te zetten om de uitstoot van broeikasgassen – een belangrijke veroorzaker van klimaatverandering – verder te beperken, en de effecten van nieuw beleid op ontwikkelingslanden mee te wegen in het opstellen ervan. Afspraken, zoals handelsverdragen en grondstoffendeals, moeten bovendien de belangen van landen aan beide kanten van de tafel weerspiegelen – en niet alleen die van Europa.
De internationale gemeenschap heeft toegezegd jaarlijks $100 miljard ter beschikking te stellen voor de aanpak van klimaatverandering in ontwikkelende landen. Dat doel werd pas in 2022 voor het eerst behaald. De werkelijke behoefte aan financiering ligt echter nog hoger; schattingen lopen uiteen van ca. $ 200 tot 350 miljard per jaar. Het manifest roept Nederland en Europa op om meer werk te maken van klimaatfinanciering. Daarnaast wijzen de organisaties op de op de langere termijn onhoudbare schuldenpositie van ontwikkelingslanden, die drukt op de nationale begrotingen.
Het pleidooi komt op een moment dat de kaarten in Den Haag en in Brussel opnieuw worden geschud, en het nog onzeker is hoe het beleid van de nieuwe regeringen eruit komt te zien. “De eerste signalen, zoals de in het hoofdlijnenakkoord aangekondigde bezuiniging van € 2,4 miljard, geven reden tot zorg,” stelt Knulst. “Tegelijkertijd geeft de nieuwe coalitie aan het huidige klimaatbeleid te willen voortzetten. We gaan er dan ook van uit dat Nederland zich opstelt als betrouwbaar partner en gecommitteerd blijft aan internationale verdragen, de duurzame ontwikkelingsdoelen van de VN en haar eigen Afrika-strategie en Internationale Klimaatstrategie. ”