De minister ging in gesprek met vrijwilligers, een ondernemer, een jongere uit de achterban van Woord en Daad, en met vertegenwoordigers van de ontwikkelingsorganisaties Woord en Daad, Wilde Ganzen en brancheorganisatie Partos. Klever sprak haar waardering uit voor de inzet van al die mensen die het werk van deze organisaties mogelijk maken. “Het is mooi te zien dat dit werk écht wordt gedragen door zoveel mensen. Dat helpt mij ook weer in de vormgeving van mijn beleid.”
Directeur Rina Molenaar van Woord en Daad gaf de minister uitleg over de werkwijze van de organisatie. “Als Woord en Daad zitten we in de haarvaten van de Nederlandse samenleving. Door samen te werken met lokale partnerorganisaties zitten we óók in de haarvaten van samenlevingen in ontwikkelingslanden. We kénnen de gemeenschappen.” De rondleiding door de kringloopwinkel bevestigde dat beeld: 150 vrijwilligers zetten zich er iedere dag belangeloos in voor kinderen op de Filipijnen die slachtoffer zijn geworden van uitbuiting.
Samenspel
Ondernemer Ruben Bringsken, directeur van de Jamael Food Group (voor biologisch en ‘eerlijk geproduceerd’ voedsel) en betrokken op het werk van Woord en Daad, ging in op het investeren in ontwikkelingslanden. “Als ondernemer breng ik kennis en technologie, met als resultaat economische ontwikkeling. Maatschappelijke organisaties als Woord en Daad, Wilde Ganzen en andere dragen bij aan de versterking van gemeenschappen.”
Molenaar sloot zich daarbij aan door te wijzen op Burkina Faso, waar Woord en Daad de behoefte van bedrijven aan opgeleid personeel verbindt aan het aanbod. “Meer en meer worden ontwikkelingsorganisaties een makelaar, die ondernemers, overheden, bedrijven en lokale gemeenschappen aan tafel brengt om uitdagingen gezamenlijk op te lossen.”
