Bezoekers stuurden vragen in voor Baké, maar niet alle vragen konden tijdens de Werelddag beantwoord worden. Speciaal voor bezoekers van de Werelddag, stelden we Baké nog enkele vragen.
Wat vond je eigenlijk van Nederland, Baké?
Nederland is prachtig. Ik heb veel dingen gezien die ik niet had verwacht. Ik dacht dat het koud was in Benin, maar de kou hier is echt iets anders. Toch vind ik Nederland heel mooi.
Wat zou je willen verbeteren in je eigen dorp?
Als ik de middelen had, zou ik ervoor zorgen dat iedereen toegang heeft tot drinkwater, dat de wegen verbeterd worden, dat meer kinderen steun krijgen van Dedras en dat klaslokalen zo ingericht worden dat alle kinderen een plek hebben.
Zijn er ook speciale scholen voor lichamelijk gehandicapten of zitten deze kinderen tussen de andere kinderen?
Nee, er is geen speciale school voor mensen met een lichamelijke beperking.
Hebben je broers en zussen ook gestudeerd?
Van de zeven kinderen, studeren er twee. Ik ben daar één van.
Hoelang duurt je opleiding nog?
Ik denk ongeveer vier jaar.
Zie je jezelf als een gewoon meisje met toekomst? Of is je handicap taboe?
Nee, ik zie mezelf niet als een gewoon meisje met een makkelijke toekomst. Ik vraag me vaak af of ik ooit zal kunnen trouwen zoals andere meisjes, en mijn eigen liefdevolle gezin zal hebben.
Hoe reageren je klasgenoten op je handicap?
Sommige vrienden geven er niets om en anderen hebben medelijden met me vanwege mijn beperkingen en helpen me soms met het maken van aantekeningen.
Fijn dat je er was, Baké! Hoe voel je je als je het grote verschil in welzijn ziet?
Mijn gevoelens zijn verdeeld tussen vreugde en verdriet. Ik ben blij dat ik het zelf mag ontdekken en ervaren, maar ik voel verdriet voor de mensen in Benin die elke dag moeten vechten om te overleven.
