Aminata groeit op in een gezin van vijf personen: haar ouders, twee zussen en zijzelf. Maar als Aminata zeven jaar oud is, overlijdt haar vader. Een moeilijke periode volgt. ‘Mijn moeder moest met een andere man trouwen om voor ons te kunnen zorgen,’ vertelt Aminata. Haar moeder verhuist hierdoor naar een ander dorp, ver weg. ‘Mijn zussen en ik wonen sindsdien alle drie bij een ander familielid. Ik woon bij mijn opa.’
Schoolspullen met betekenis
Toen haar vader overleed, was Aminata net toegelaten tot het sponsorprogramma. ‘In die moeilijke periode kreeg ik voor het eerst een mooi uniform en een schooltas met daarin boeken en pennen. Dit betekende veel voor me. Ik besefte dat er mensen zijn die mij zien en me willen helpen.’
De afgelopen vijf jaar zag Aminata haar leven veranderen. ‘De voedselpakketten die ik via het sponsorprogramma krijg, deel ik met mijn opa. Ik ben dankbaar voor alle steun, want hierdoor kan ik naar school blijven gaan. Het gaat nu heel goed op school.’
Dagprogramma
Aminata vertelt enthousiast hoe een dag in haar leven eruit ziet. ‘Mijn opa en ik beginnen de dag met gebed. We bidden of God ons wil leiden. Daarna veeg ik het erf, ik haal water, doe de afwas en ik fris mezelf op. Daarna is het tijd om naar school te gaan. Iedere dag leer ik iets nieuws, dat vind ik erg leuk. Ik speel graag met mijn vrienden. Met meester Musa hebben we altijd veel lol, maar hij is ook serieus. Hij zegt dat onderwijs nodig is om later een zelfstandig leven op te kunnen bouwen.’
Na de schooldag gaat Aminata weer naar huis. ‘Na school was ik mijn uniform. Daarna sprokkel ik hout in het bos om te koken. We maken ook garri, dat is meel van cassave. Dit verkoopt mijn opa en zo verdient hij geld. Na het eten maak ik mijn huiswerk en daarna ga ik naar bed.’
