Baké is gezond geboren, maar leed vanaf haar achtste jaar aan een aandoening, waardoor ze een handicap kreeg. Dat was erg moeilijk. Baké vertelt: “Mijn rechterhand is verlamd en mijn rechtervoet staat scheef. De pijn begon toen ik acht jaar oud was. Ik werd wakker, had koorts en al mijn ledematen waren verlamd. Na maanden in het ziekenhuis, kon ik mijn andere ledematen weer gebruiken. Ik kan nu bewegen, maar mijn mobiliteit is beperkt. Ik kon niet veel meer zelf, pas vanaf mijn vijftiende jaar kon ik mezelf wassen en ik moet altijd overal naartoe gebracht worden. Soms word ik verdrietig als ik eraan denk.”
Moeilijke jeugd
Leven met een handicap is niet gemakkelijk in Benin. Baké legt uit: “Het was erg moeilijk. Ik heb niet kunnen genieten van mijn jeugd, omdat ik een groot deel liggend in bed heb doorgebracht. Mijn ouders, broers en zussen zorgden voor mij. Gelukkig waren zij er altijd voor mij, net als mijn vrienden. Dat is bijzonder, want mensen met een beperking worden in Benin als volledig onbekwaam gezien. Mensen met een handicap worden verborgen gehouden, omdat ouders zich ervoor schamen. Gelukkig is dit in mijn gezin niet gebeurd.”
Sponsoring is levensveranderend
Ze besloot om zich niet te laten overwinnen door haar handicap en Baké leerde weer lopen. “Nadat ik begon met lopen, ben ik weer terug naar school gegaan. Ik moest veel dingen opnieuw leren. Ik ben rechtshandig, maar omdat mijn rechterhand verlamd is, moest ik met links leren schrijven. Ik kan nu alles met mijn linkerhand; eten, schrijven en de was doen. Mijn handicap heeft ervoor gezorgd dat het moeilijk was om te studeren. Mijn familie en ik hadden moeite om het schoolgeld, het ontbijt en de schoolspullen te betalen en ik voelde me in de steek gelaten door mijn klasgenoten.
Door het sponsorprogramma is mijn leven veranderd. Mijn schoolomstandigheden zijn verbeterd. Ik heb veel geleerd over sociale regels en hygiëne maatregelen die ik niet kende. Ik hou van aardrijkskunde, geschiedenis en wiskunde. Ik kan nu zorg krijgen en mijn gezin krijgt voedsel en kleding. Ik ben daar enorm dankbaar voor. Het is mijn droom om apotheker te worden en mijn familie te kunnen helpen. Het is aan God te danken dat ik er nog ben, daarom kreeg ik de kracht om vooruit te gaan.”