Moeder Rasmata: ‘Toen het tijd was om te leren zitten, kon Abdin dat niet. Verder merkte ik dat hij zijn hoofd niet kon vasthouden zoals andere baby’s.’ Ook is Abdin vaak ziek. ‘Na het doen van een aantal tests vertelden de verpleegkundigen me dat er niets mis was. Maar omdat hij ook vaak ziek was, werd ik doorverwezen naar kinderarts Kam. Hij bevestigde dat er sprake was van een chromosoomafwijking.’
‘Om voor Abdin te kunnen zorgen, gaf ik mijn werk op’
De bevestiging dat Abdin is geboren met Downsyndroom zorgt binnen het gezin voor onrust. Rasmata: ‘Mijn man liet ons in de steek vanwege de beperking van Abdin. Hij vond de behandelingen duur en zag geen toekomst in zijn zoon. Ik stond er vanaf toen alleen voor, want mijn dochter ging bij haar vader wonen. Om voor Abdin te kunnen zorgen, gaf ik mijn werk op. Nadat ik al mijn spaargeld had opgemaakt, kwam ik in grote financiële problemen.’
Naar school met begeleiding
De behandelingen van de arts kon moeder Rasmata niet meer betalen, maar ze bleef wel contact houden. ‘Op een dag belde de kinderarts ons op over het project voor kinderen met Downsyndroom. Daar had ik wel interesse in, want verschillende scholen hadden Abdin al geweigerd vanwege zijn beperking.
‘Ik huilde van blijdschap toen ik Abdin voor het eerst naar huis zag lopen.’
‘Ik dank God’
Door de ondersteuning vanuit het project begon Abdin zich te ontwikkelen. Rasmata: ‘Ik huilde van blijdschap toen ik Abdin voor het eerst naar huis zag lopen. De begeleidster van Abdin komt bij ons thuis om schooloefeningen te doen, spelletjes te spelen, samen te wandelen en liedjes te zingen. Ze leert Abdin ook goede gewoonten, zoals handen wassen, tandenpoetsen en zindelijk worden. Ik dank God dat hij nu woorden kan uitspreken, zoals ‘mama’, ‘papa’, ‘mijn’ en ‘jouw’.