‘Sinds de onafhankelijkheid worstelt het land om een democratie te vormen,’ vertelt Daniel Jean-Louis, directeur van de Haïtiaanse partnerorganisatie P&A. ‘We gaan van politieke crisis naar crisis.’ Na de Haïtiaanse revolutie in 1804, de enige succesvolle slavenopstand in de geschiedenis, herwon de Franse kolonie haar onafhankelijkheid. Sindsdien kent het land een geschiedenis van staatsgrepen, dictators, corruptie, bendegeweld en buitenlandse inmenging. Twee jaar geleden bereikte de politieke situatie een nieuw dieptepunt toen president Moïse in zijn ambtswoning om het leven werd gebracht door buitenlandse huurlingen. Daniel: ‘Op dit moment faalt het democratische systeem. Het land wordt geregeerd door niet-verkozen politici.’
‘Ik wil laten zien dat ik niet mijn tas pak en vertrek’
Op straat in de hoofdstad Port-au-Prince heerst het recht van de sterkste. In verschillende wijken hebben gewapende bendes het voor het zeggen. ‘Ik heb besloten om in Haïti te blijven, maar het is leven als in een gevangenis,’ vertelt Daniel. Het liefst is hij op pad om docenten, leerlingen en ouders te ontmoeten, maar de laatste drie jaar werkt hij vooral op kantoor.
‘De bendes steken huizen in brand en ontvoeren mensen voor losgeld. Toen vorig jaar het risico op ontvoering steeds groter werd, heb ik mijn vrouw en kinderen naar de Verenigde Staten gestuurd.’ Terwijl Daniels familie veilig is, blijft hij op zijn post. ‘Ik wil een bemoediging zijn voor onze medewerkers en laten zien dat ik niet mijn tas pak en vertrek.’
Woord en Daad blijft
Door de onveilige situatie zien sommige ontwikkelingsorganisaties zich gedwongen om hun werk te staken. Woord en Daad werkt via partnerorganisaties in Haïti. Die partnerschappen stoppen is geen optie, stelt Rina Molenaar, directeur-bestuurder van Woord en Daad. ‘We willen trouw blijven aan het werk daar. We hebben als christelijke organisatie een belofte gedaan aan de mensen in Haïti. We moeten ons realiseren dat alleen al het feit dat we blijven een bemoediging is voor de mensen daar.’
Dankzij het werken met partnerorganisaties in de landen kan het werk doorgaan. Ook als de omstandigheden veranderen. In meer landen waar Woord en Daad werkt neemt de onrust toe. Terrorisme is een risico in Burkina Faso en andere landen in West-Afrika. In Ethiopië is de politieke situatie gespannen. Dat mondde uit in een burgeroorlog in het noorden van het land. In Latijns-Amerikaanse steden vormt bendegeweld een bedreiging.
Waar moet het heen?
Ook over Haïti zijn er zorgen. ‘Vorig jaar had ik een moment dat ik niet meer wist hoe het verder moest met ons werk in Haïti,’ vervolgt Rina. ‘Het werd steeds gevaarlijker. Ik vroeg me af hoe we ondersteuning kunnen bieden en wat de juiste richting is.’ Door nauw contact te houden met partnerorganisaties en de programma’s steeds aan te passen aan de situatie lukt het om door te gaan met het werk.
‘In landen die een paar jaar geleden nog stabiel waren, moeten we nu ons werk aanpassen aan de omstandigheden,’ vertelt Rina. ‘Als ik de verhalen van onze partners hoor, die vaak niet eens de media halen, en de media volg, dan maakt me dat soms somber. Dan vraag ik me af: waar moet het heen? En dan denk ik aan wat een collega eens zei: ‘Het gaat maar één kant op: Hij zal terugkomen.’ Dat biedt hoop.’
Bemoediging
‘Dat is voor mij een bemoediging,’ reageert Daniel. ‘Het is geruststellend om te weten dat we met Woord en Daad een partner hebben die betrokken blijft in moeilijke tijden.’ Samen met P&A werkt Woord en Daad aan goed, christelijk onderwijs en ondersteunen we duizenden kinderen via het sponsorprogramma. ‘Onderwijs is de sleutel naar vooruitgang. Het is de basis.’
‘Kloof wordt groter’
Veertig procent van de volwassen Haïtianen is ongeletterd. ‘Ze kunnen de Bijbel niet lezen en hun naam niet schrijven,’ illustreert Daniel. ‘De kloof wordt steeds groter. Vroeger bleef je als analfabeet achter in de samenleving, tegenwoordig ben je onzichtbaar.’ Door technologische ontwikkelingen komen ongeletterden steeds verder van de samenleving te staan. Meedoen wordt lastiger. ‘Haïti moet een inhaalslag maken, zodat minstens negentig procent van de bevolking kan lezen en schrijven.’
Om dat doel te bereiken moeten kinderen naar school kunnen en is het belangrijk dat er goede lessen gegeven worden. Het curriculum van de overheid is al zo’n dertig tot veertig jaar onveranderd. P&A ontwikkelde daarom zelf lessen die aansluiten bij ontwikkelingen in de samenleving. Financiële geletterdheid is bijvoorbeeld steeds belangrijker.
Gods koninkrijk
‘Dit toont waar de nood het grootst is. We moeten inzetten op alfabetisering en basiskennis van technologie,’ aldus Daniel. Rina: ‘Dat vind ik mooi aan Daniel, hij zoekt altijd naar innovaties om het onderwijs te verbeteren.’
Bendegeweld, politieke instabiliteit en natuurgeweld bemoeilijken het werk. Rina en Daniel zijn daarin niet naïef. Maar een verspilling van tijd en geld is het werk niet. Daniel: ‘Haïti zou er slechter aan toe zijn zonder de steun van Woord en Daad. We hebben geen invloed op de economie of de politiek, maar als P&A zijn we succesvol. De kinderen gaan naar school en er worden nieuwe scholen gebouwd. Als organisatie zijn we een baken van hoop. Er is hier nog een wereld te winnen voor Christus. Uiteindelijk gaat het niet om onderwijs, maar om het doorbreken van Gods komend Koninkrijk.’