Tenneh Junisa (15) woont samen met haar ouders, vier broers en twee zussen in Semabu, een dorp in het zuiden van Sierra Leone. Iedere dag reist ze zo’n 4 kilometer naar school. ‘Niet alle kinderen in mijn dorp kunnen naar school. Ik heb die kans gelukkig wel gekregen.’
‘De grond in ons land is erg vruchtbaar. Mijn familie verbouwt cassave en produceert palmolie, net als veel andere mensen uit de buurt. We hebben weinig land, dus de opbrengsten zijn niet groot. Voedseltekorten zijn hierdoor voor veel mensen een probleem. Gelukkig krijgen we via het sponsorprogramma extra maaltijden.’
Ochtendgebed en naar school
Iedere ochtend gaan we naar het ochtendgebed van de kerk. Deze kerk zit in de basisschool van het dorp. Daarna eet ik wat en doe ik een aantal klusjes, zoals vegen en water halen bij de waterput. Daarna vertrek ik naar de middelbare school, waar ik om 8.00 uur moet zijn. Op vrijdagmiddag gaan we altijd met elkaar de buurt rondom de school schoonmaken. Een uitdaging op de school is dat er weinig gekwalificeerde docenten voor de klas staan.’ Woord en Daad zet zich daarom in om via training de leraren goed te leren lesgeven.
Via het sponsorprogramma ontving Tenneh lesboeken, pennen, een liniaal, gum en puntenslijper. ‘Mijn ouders hadden dat anders niet kunnen betalen. Ook het muskietennet komt goed van pas. Het voorkomt dat ik word gebeten en ziektes zoals malaria oploop. In het regenseizoen gebruiken we vaak de deken die we hebben ontvangen.’
Olielamp
Als Tenneh thuiskomt uit school staan er ook nog een aantal klusjes te wachten. ‘Ik was mijn schooluniform en help mijn moeder met het bereiden van het avondeten.’ Hierna is het tijd voor huiswerk. In Sierra Leone is het al vroeg donker, en elektriciteit is er niet in het huis. Gelukkig heeft Tenneh daar iets op gevonden. ‘Ik heb een olielamp, die maak ik door een stuk stof in de palmvrucht te stoppen en aan te steken. Dit geeft helaas wel veel rook. Soms word ik ‘s ochtends wakker met zwarte roetdeeltjes in mijn neus.’
‘In mijn vrije tijd lees ik graag of speel ik voetbal. Ik zit in het vrouwenteam van school. Soms spelen we ook een wedstrijd tegen andere scholen.’ Onlangs is het gezin verhuisd. ‘We wonen nu in een huis van zink met drie kamers en een ruimte voor de opslag van spullen. Voor het eerst in ons leven hebben we ook een toilet bij ons huis.’
Werken bij de bank
‘Wat ik zo leuk vind aan school is dat je allerlei mensen ontmoet met verschillende achtergronden. We kunnen goed met elkaar omgaan. De school is een plek waar ik altijd terecht kan. Later wil ik bij een bank gaan werken. Ik hoop dan ook iets voor de mensen uit mijn dorp terug te kunnen doen.’