Het leven lachte Abeje zeker niet altijd toe. Tot zijn zesde jaar woont hij met zijn vader en moeder in Dera, een stad in het zuidoosten van Ethiopië. Een conflict tussen de regering en rebellengroepen maakt zijn woonomgeving heel onveilig. Op een vreselijke dag worden zijn vader en moeder allebei vermoord en blijft Abeje als wees achter. Met zijn tante vlucht hij naar de hoofdstad Addis Abeba.
Huis van plastic zeilen
Eenmaal daar aangekomen, wacht hen geen warm welkom. Nergens is een betaalbaar huis of werk te vinden. Na een lange zoektocht komen Abeje en zijn tante in Koshe aan, waar ze een huis van plastic zeilen betrekken. Koshe is een enorme vuilnisbelt in Addis Abeba, waar veel mensen en kinderen allerlei materialen verzamelen om door te verkopen aan handelaars in bijvoorbeeld plastic of metaal.
Gevaarlijk en zwaar werk
Dag en nacht werkt Abeje in Koshe om hun huis te kunnen betalen en eten te kunnen kopen. Het werk is gevaarlijk en zwaar. Op een nacht belandt Abeje zelfs onder een lading van een vrachtwagen die zijn vracht stort op de vuilnisbelt. Dankzij een omstander die het ziet gebeuren, wordt hij vanonder het puin gehaald.
Ook wordt hij vaak overvallen, wordt zijn verzamelde materiaal gestolen en als hij ziek is, is er geen geld om naar een dokter te gaan. Zijn maaltijden zoekt hij vaak tussen het afval op de vuilstort. Het is duidelijk: de jonge Abeje leidt een heel zwaar leven in Koshe.
Van vuilnisbelt naar school
Na vijf jaar van lijden gloort er eindelijk licht aan het einde van de tunnel. Abeje wordt opgemerkt door medewerkers van HIDO, een partnerorganisatie van Woord en Daad. Hij wordt opgenomen in hun onderwijsprogramma, stopt met het werk op de vuilnisbelt en begint in september op school. Ook krijgt hij hier medische en psychosociale ondersteuning. Wat een enorm verschil!
‘God zond HIDO en Woord en Daad naar ons toe,’ vertelt een gelukkige Abeje. Ook zijn tante krijgt trainingen aangeboden om zelf een onderneming te starten en zo een inkomen voor Abeje en haar te verdienen.