‘Als ik een cadeautje krijg dat in plastic is verpakt, neem ik het natuurlijk aan. Ik hou er niet van om met het vingertje te wijzen.’ Voormalig ChristenUnie Europarlementariër Anja Haga leeft plasticvrij. Voor Anja dus geen chips meer en ook koekjes uit de supermarkt zijn verleden tijd. Of ligt dat genuanceerder?
Het is bijna zes jaar geleden. 1 januari 2019. Er doet zich een milieuramp voor in de Waddenzee. Het gigantische containerschip MSC ZOE verliest ruim 300 containers. Een groot gedeelte van de inhoud spoelt aan op de stranden van de Waddeneilanden en Noordoost Friesland, waar Anja woont. Niet alleen producten als LED-lampjes, koelkasten en speelgoed spoelen aan, het schip verliest ook containers met (plastic) afval. ‘Wat op die stranden allemaal lag, was écht shocking. Het is heel wat om een aangespoelde koelkast op het strand te zien liggen, maar die heb je zo opgeruimd. Het echte probleem zijn alle kleine plastic korrels die aanspoelden. Die zijn niet op te ruimen en liggen daar voor altijd.’
Plastic zonder waarde
Anja, die meehielp met het opruimen van de aangespoelde rommel, beseft dat de stranden vol liggen doordat wíj zoveel consumeren. Anja: ‘Het meeste plastic dat we in Nederland gebruiken, heeft totaal geen waarde. Het dient puur als verpakkingsmateriaal. Je gaat naar de supermarkt, koopt een paprika, je komt thuis en je gooit het plastic weg. Dat gaat regelrecht de verbrandingsoven in.’ Anja besluit dat ze daar niet langer aan wil bijdragen. ‘Mijn man en ik besloten samen plasticvrij te gaan leven.’ Dat pakt het stel direct goed aan: ‘We keken in onze voorraadkast hoeveel producten met plastic daar stonden. Dat bleek best veel te zijn. Natuurlijk hebben we die producten opgemaakt, maar als het op was kochten we een plasticvrij alternatief.’
Seizoensgroenten
Boodschappen doet ze nog wel in de supermarkt, maar ook op de markt en bij de lokale bakker, slager en boer. ‘In de supermarkt kies ik bijvoorbeeld voor macaroni in karton en voor groenten zonder verpakkingsmateriaal. Het voordeel van de markt en de bakker is dat je daar veel kunt kopen zonder verpakking of je eigen verpakking mee kunt nemen. Ik koop bijvoorbeeld geen goedkope koekjes meer in de supermarkt, maar alleen bij de bakker. Dat doe ik minder vaak, want het kost meer.’ Lachend: ‘Dat zijn dan wel gelijk goede, lekkere koeken.’
Niet alleen de aanblik van haar voorraadkast verandert – van plastic naar potten – ook haar eetpatroon is anders. ‘We eten minder bewerkt voedsel, meer pure groenten, fruit en granen. Ook eten we seizoensgroenten. Dus geen sperziebonen uit Egypte in december.’ Enkele producten zijn niet plasticvrij te krijgen, zoals paracetamol of een nieuwe telefoonoplader. En wat dan? ‘Dan heb je geen keus’.
Van scheerschuim naar scheerzeep
‘Mijn man gebruikt geen scheerschuim uit een spuitbus meer, maar gebruikt scheerzeep met een kwastje. Zoals onze opa en oma het vroeger ook deden. Afgelopen zomer waren we op de camping toen iemand aan hem vroeg: ‘Dat is best handig, hoe doe je dat eigenlijk’. In de jaren 50 was dit nog heel normaal, maar de industrie heeft ons aangeleerd dat alles in een verpakking zit. Een ander product gebruiken is soms even wennen, maar vaak werkt het net zo goed en is het nog goedkoper ook.’
Vraag en aanbod
Als voormalig politica weet Anja alles van wetgeving rond dit thema. Het is niet verrassend dat ze wetgeving toejuicht. ‘Ik vind het belangrijk dat er wetgeving komt die mogelijk maakt dat vervuilers meer betalen, en die schoon leven goedkoper maakt.’ ‘Maar’, benadrukt ze, ‘wetgeving is niet alles. Er is ook vraag nodig vanuit de consument. ‘Het wordt je als consument niet makkelijk gemaakt om plastic vrij te leven – in de supermarkt word je overspoelt met verpakkingsmateriaal, maar we hebben wel allemaal onze verantwoordelijkheid te nemen.’