Bijbelstudie over Jesaja 43: 'Kostbaar in Mijn ogen'

Rina Molenaar schreef een Bijbelstudie naar aanleiding van Jesaja 43. 

Lezen: Jesaja 43 vers 1 tot 7

‘We zijn vanmiddag de grens van menselijkheid naar onmenselijkheid gepasseerd’, zei een reisgenoot tegen me toen we in Koshe liepen.

Koshe is de grote vuilnisbelt aan de rand van de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba.
Koshe betekent vuil. We liepen op de grootste vuilnisbelt van Ethiopië.
Voor ons stapelt het vuil zich op. Bergen van tientallen meters hoog. Op de top zien we kleine kleurrijke stippen: mensen en kinderen die in gekleurde T-shirts op zoek zijn naar vuil.  Zwarte aasgieren cirkelen boven hun hoofden. We lopen langs een beekje met pikzwart water.
Even later staan we voor een grote rode deur, midden tegen een vuilnisbelt aan. Achter de deur blijkt een woning te zijn. Welkom in Koshe.

Hier zijn we inderdaad de grens van menselijkheid naar onmenselijkheid gepasseerd. De vrouw in de schamele woning wil net als iedereen een waardig bestaan. Haar haar is gewassen, haar kleding schoon en de eenvoudige woning is ontroerend netjes ingericht, ondanks de zware walm die binnendringt.

Hier wil je mensen bemoedigen.
Maar woorden zijn zo snel en makkelijk gezegd.
Op het moment dat ik met deze vrouw in haar woning sta, is een woordeloos moment genoeg. Mijn hand op de bruine arm van de vrouw die haar donkere ogen naar me opricht.

Een collega van mij vroeg een Bijbelstudie te schrijven over Koshe en dit te koppelen aan de woorden uit Jesaja: ‘Je bent kostbaar in Mijn ogen’. Prachtige woorden die je zomaar ter bemoediging tegen deze vrouw had kunnen zeggen. Maar diepere studie leverde voor mij een spiegelmoment op. Ik deel dit met u.

In Jesaja 43 staan overbekende en mooie woorden:
‘Ik heb u verlost; Ik heb u bij uw naam geroepen, gij zijt Mijne. (…) Van toen af dat gij kostelijk zijt geweest in Mijn ogen, zijt gij verheerlijkt geweest, en Ik heb u liefgehad.’

Helende woorden voor mensen die aan de grond zitten en denken waardeloos te zijn.
Woorden vanuit een moeilijke context geschreven.
We reizen terug in de tijd van Jesaja. Het volk van Israël is weggevoerd naar Babel, zo’n 800 kilometer door de woestijn naar het noordoosten. Een reis van zeker 1000 kilometer om de woestijn heen. Weg vanuit hun geliefde thuisland. Verslagen door de Babyloniërs. Ver weg van hun geliefde tempel in Jeruzalem waar hun God woont.
Hoe kwam dit zo ver?
Het volk Israël verliet keer op keer God en vergat Zijn geboden. In plaats van alleen God te eren in de mooie tempel in Jeruzalem, aanbaden ze ook andere goden.
Ze dachten het zonder God te kunnen, maar nu lijkt alles kapot, ver weg en verslagen.
Het volk van God leeft in een vreemd land als verstotelingen.
En dan komt die krachtige boodschap van God: Ik heb u geformeerd, Ik heb u verlost, tegen een hoge prijs, Ik heb Egypte zelfs losgeld hiervoor gegeven. Het mocht wat kosten.
Ik heb u liefgehad. U bent kostbaar in Mijn ogen.
Die boodschap komt aan. Deze troostende woorden helen de huilende harten die ervoor openstaan.

De verstotelingen van Babel voelden zich misschien wel hetzelfde als de inwoners van Koshe: uitschot van de maatschappij.
Deze woorden zouden ook de inwoner van Koshe kunnen raken die snakt naar liefde en naar gezien worden.

Maar nu het spiegelmoment voor u, jou en mij.
De woorden van Jesaja leren me dat Koshe (vuil) niet te maken heeft met de buitenkant maar met de binnenkant.
Ons leven lijkt misschien prima op orde. Een goed huis om in te wonen, een rijk sociaal netwerk, nette kleding en een goede baan.
We worden wellicht gezien door de ander.
Alles op orde.
Maar… hoe zit het met ons hart? Staat dat open voor deze woorden?
Snakken we ook naar deze woorden van God: ‘Je bent kostbaar in Mijn ogen?’
Zelfverzekerd als we zijn, geliefd als we ons voelen?

Misschien hebben we nog wel een langere weg te gaan om de reikwijdte van deze woorden net zo te voelen als de balling in Babel en de inwoner van Koshe.

Week van de Duurzaamheid 2024

Meer over Koshe